5 vragen over interculturele dienstverlening.
5 vragen over interculturele dienstverlening aan ondernemer Ethem Emre
Er zijn meer arbeidsdeskundigen nodig die migrant of (klein)kind van migranten zijn, om de re-integratie van een brede groep (voormalig) werkenden te verbeteren. Ondernemer Ethem Emre maakt zich zorgen en heeft haast. Vijf vragen en antwoorden.
1. Waarom pleit u voor meer arbeidsdeskundigen die migrant zijn of kind van migranten?
“Er lopen te veel re-integratietrajecten vast door miscommunicatie tussen de arbeidsdeskundige en de cliënt. De normen en waarden zijn zodanig verschillend, dat trajecten niet het gewenste resultaat hebben. Je ziet dat bij re-integratie, maar ook in de hele breedte van de zorgsector: mensen met een Turkse achtergrond gaan vaak naar Turkije voor een second opinion. Ze hebben te weinig vertrouwen in hun Nederlandse dokter.
“De ziektebeleving van mensen met een Turkse achtergrond is heel anders. Stel dat iemand door een bedrijfsongeval een vinger is kwijtgeraakt. De beleving is dan: ik ben voor de rest van mijn leven verloren; ik zal nooit meer iets kunnen. Als de arbeidsdeskundige meteen begint over “restcapaciteit”, is er geen aansluiting. Je hebt iemand nodig die een brugfunctie kan vervullen: die de beleving vanuit de eigen cultuur van de cliënt herkent, die kan uitleggen hoe het Nederlandse systeem werkt én die de cliënt ervan kan overtuigen dat er nog veel dingen zijn die hij of zij wel kan.
“Die omslag vraagt geduldige uitleg en begrip. Bij een van mijn bedrijven, dat zich bezighoudt met letselschade, werken mensen met heel verschillende achtergronden: Turks, Arabisch, Pools, Bulgaars, uit de Balkanlanden. Elk van die culturen heeft specifieke kenmerken, waarmee de interculturele medewerker rekening kan houden.”
2. Hoe ziet dat er in de praktijk uit?
“Sinds twaalf jaar begeleiden wij mensen met een migratieachtergrond die te maken hebben met letselschade. Zij hebben een belangenbehartiger nodig en iemand die uitlegt hoe het letselschadestelsel in elkaar zit. Het werkt niet om een stapel papieren toe te sturen met de vraag: vul maar in. Wij gaan bij mensen langs om uit te leggen hoe het werkt.
‘In de Turkse cultuur treft een ongeval de héle familie’
“Wij begrijpen dat in de Turkse cultuur een ongeval de héle familie treft, ook als een volwassene het ongeval heeft gehad. Ook de ouders, de oom en andere familieleden zijn betrokken. We nemen de tijd om aan iedereen goed uit te leggen wat rechten en plichten zijn. Ik blijf erin geloven dat dat werkt en dat dat nog wel vijftig jaar nodig zal zijn.”
3. Hoe komt het volgens u dat er te weinig interculturele arbeidsdeskundigen zijn?
“Het vak is te onbekend. Bij de hbo-studie rechten tref je heel veel studenten met een migratieachtergrond, maar zij weten niet dat je je daarna kunt specialiseren tot arbeidsdeskundige. De arbeidsdeskundigen die er zijn, zitten vooral bij het UWV; op de vrije markt zie je ze nauwelijks. Met een eigen onderzoekje vond ik landelijk vijftien arbeidsdeskundigen met een Turkse achtergrond, van wie de meesten bij het UWV zitten. En dat terwijl de Nederlands-Turkse gemeenschap 600.000 mensen telt.”
4. Wat moet er volgens u veranderen?
“De oplossing moet van twee kanten komen, in dialoog. Van beide kanten kunnen we meer de verbinding zoeken. De professionals met een interculturele achtergrond kunnen een brugfunctie vervullen en werkgevers moeten mensen met een migratieachtergrond beter opzoeken. Je hoort nu nog te vaak: ‘Ze zijn niet te vinden’. Om te spreken over de verzekeringswereld, die ik het beste ken: verzekeraars moeten nieuwe medewerkers werven op die hbo-opleidingen, waar ze voldoende te vinden zijn.
‘Je hoort nu nog te vaak: “Ze zijn niet te vinden”’
“Een van de redenen dat ik namens mijn bedrijven het Charter Diversiteit heb ondertekend, is precies dit: we moeten elkaar opzoeken. Mensen met een migratieachtergrond moeten meer stappen zetten en de rest van de maatschappij moet daar meer voor open staan. Het lijkt soms wel of Nederlanders met een Turkse achtergrond nog steeds als gastarbeiders worden gezien. Maar al te vaak ervaar ik nog wantrouwen: een Turk, is die wel betrouwbaar?
“Dat patroon moeten we samen doorbreken. We moeten redenen creëren om elkaar op te zoeken, in plaats van voortleven in parallelle samenlevingen. Het is juist die dialoog waar het nu aan ontbreekt. Ik noem het ook wel ‘apartheid’: als je in de Schilderswijk bent, zie je een soort parallelle samenleving, waar je geen autochtone Nederlander meer tegenkomt.”
5. Uw andere bedrijf, Inter-Focus, levert ‘interculturele dienstverlening’. Wat is dat?
“Inter-Focus wil bijdragen aan die dialoog. We willen een platform zijn voor interculturele professionals en voor bedrijven die interculturele professionals zoeken – zodat ze niet kunnen zeggen: ‘ze zijn er niet’. We geven ook trainingen in interculturele communicatie, voor bedrijven die beter willen communiceren met hun personeel of klanten met een migratieachtergrond. Ik hoop er met Inter-Focus aan bij te dragen dat mensen met een migratieachtergrond vaker doorstromen: in het midden- en hogere management vind je nog nauwelijks kleur.
‘Mijn generatie heeft de gouden bagage om de brug te slaan’
“Ik denk dat de oplossing vooral van mijn generatie moet komen, de vijftigers en zestigers. Ik ben op mijn twaalfde naar Nederland gekomen. Juist mijn generatie kent beide culturen écht goed. Mijn kinderen zijn hier geboren en toch hebben ze geen vrienden met een Nederlandse achtergrond. Dat is die parallelle samenleving waar ik op doelde.
“Als mijn generatie er niet voor zorgt dat onze kinderen die dialoog met Nederlandse leeftijdgenoten aangaan, krijgt de volgende generatie dat over tien of twintig jaar niet meer voor elkaar. Dan zijn de wegen definitief gescheiden. Die verantwoordelijkheid voel ik: mijn generatie heeft de gouden bagage om de brug te slaan.”
Bron:https://www.ser.nl/nl/Publicaties/SERmagazine/overzicht/interculturele-dienstverlening-ethem-emre